Verbinding, verbeelding en begeestering op #BestemmingErfgoed



Delen

 

 

Op 26 en 27 oktober organiseerden Onroerend Erfgoed, Toerisme Vlaanderen en Departement Cultuur, Jeugd en Media het congres ‘Bestemming Erfgoed: in gesprek met de plek’. De Regionale Landschappen gaven mee vorm aan de  sessie ‘Er was eens een landschap’ en de landschapsexcursie met de waterbus naar Lillo. Daarnaast volgden we met veel interesse sessies waaronder ‘Verborgen erfgoed’ en genoten van de mooie omkadering in de Zoo, MAS en Handelsbeurs. 

Graag beschrijf ik een aantal  inzichten na een etmaal in gesprek met de plek,  en begeester(en)de mensen:

 

Methodiek van de landschapsbiografie 

De methodiek van de landschapsbiografie heeft – na de piloot op de Kempense Heuvelrug - nu definitief voet aan grond gezet in Vlaanderen, mede door de opmaak ervan voor alle kandidaat Vlaamse parken. De verbinding van een beknopt maar wetenschappelijk onderbouwd en verbeeldend verhaal over de genese van een landschap aan de (ruimtelijke) opgaven van morgen – hoe kunnen we koesteren wat er is, hoe kunnen we zorgen dat een nieuwe toevoeging leidt tot een verhoging van de omgevingskwaliteit – maakt het een verfrissend instrument. Met enige zin voor overdrijving kunnen we stellen dat het haaks staat op de ambtelijke, sectoraal verkokerde aanpak van beheer- en beleidsplannen die vandaag het administratieve landschap domineren. Tijd dus om – ook voor de overheid – buiten de lijntjes te (laten) kleuren.

 

Nood aan meer verbinding

We hebben nood aan meer verbinding: tussen mensen, tussen bestuursniveaus, tussen sectoren, tussen alfa- en beta-wetenschappen, etc.

  • Eerst de bestuursniveaus en sectoren: de uitdagingen zijn zogenaamde wicked problems; de oplossingen zijn niet langer mono-sectoraal. Het landschap vormt bij uitstek een ‘venster’ waarbinnen deze verschillende uitdagingen – denk aan erfgoed, toerisme, voedselvoorziening, klimaat en biodiversiteit – samen komen en een geïntegreerde benadering nodig hebben.
  • Vervolgens de wetenschappen en de mensen: de ‘harde’ wetenschappen hebben in de toekomst meer nood  aan ‘zachte’ wetenschappen zoals communicatie-experts en psychologen om hun verhaal aan de man (m/v/x) te brengen. Elk beleid, hoe droog ook, gaat  over mensen. Ik had het geluk om aansluitend op ‘In gesprek met de plek’ in de Kempen in debat te  gaan met politici, academici, activisten en journalisten over de rol van wetenschap en media in (milieu-)beleid. Ik onthield er exact dezelfde boodschap.

 

Nood aan meer verbeelding

We hebben nood aan meer verbeelding*: ik geloof Michael De Cock wanneer hij schrijft dat ‘enkel verbeelding ons kan redden’. Als mens zijn we  gevormd om verhalen te vertellen en naar verhalen te luisteren. Daarom is – letterlijk en figuurlijk – investeren in goede verhalen(-vertellers) essentieel: van een mooi gedocumenteerde landschapsbiografie over een begeesterende erfgoed-consulent tot een toeristische ondernemer of een fiere boerin over haar streekproduct. Ik geloof in de kracht van inspiratie als bron voor positieve verandering. Bij uitstek in sectoren zoals erfgoed en natuur die beschermen wat ons rest (‘conservation’) is er naast het restrictieve ook nood aan het verbeelden van wat mensen te winnen hebben bij zorgzaam omgaan met kwetsbaar (landschappelijk) erfgoed en zowel behoud als toevoegen van kwaliteit.

    • *Ter illustratie een sprong naar het avondprogramma waar we als deelnemers van het congres het voorrecht hadden een avant-première van de topstukken-tentoonstelling ‘Zeldzaam en onmisbaar’ in MAS te Tussen alle kleppers was mijn lievelingsstuk een onooglijke gegraveerde rolsteen van 13.000 jaar oud. Zonder verhaal een  saaie steen met tweemaal vijf krasjes maar met het enthousiaste verhaal van prof. Marc De Bie  een bron van verwondering (‘ligt dit in onze heidegebieden’), fantasie (‘werd er effectief iets geteld of werden de krassen gevuld met rode amber als primitieve kunstvorm’) en kennis (‘over het verdwijnen van figuratieve kunst zoals we die kennen uit het oudere Lascaux’).
    • **Ik gebruikte de vakantie om bezoekjes te brengen aan Zandgrond in de Warande, MSK en S.M.A.K. in Gent en KMSKA (‘Krasse Koppen’) in Antwerpen, de film ‘Killers of the Flower Moon’ over de Osage te bekijken in de cinema en het boek ‘De vloek van de nootmuskaat’ van Amitav Ghosh te lezen. Kan kunst de wereld redden? Misschien niet, maar geef met eindejaar verhalen cadeau onder de vorm van een boekenbon of museumpas! En het landschap: dat is altijd gratis open.

 

 

Nood aan meer begeestering

 

We hebben nood aan meer begeestering: wanneer ik spreek over begeesterende mensen denk ik spontaan aan de sessie rond ‘Verborgen erfgoed’ met onderzoekster Soetkin Vervust over het verdwenen kusteiland Testerep, ontwerper Ro Koster over de verdronken stad Reymerswael, Gerlin Heestermans van Toerist Modernist en Jeroen Van Vaerenbergh, de Foodarcheoloog over hoe voedsel mensen verbindt. Ook op de excursie naar Lillo wisten mensen te begeesteren met zowel fysieke als virtuele verbeelding. Eveneens opvallend: de meest begeester(en)de projecten ontstonden vanuit een vrijwillig engagement en vanuit de passie van de initiatiefnemer. Binnen het eigenlijke werk of project was hiervoor zelden tijd of geld. Draaien we aan de juiste (financiële) knoppen als alle middelen schijnbaar gaan naar de zoveelste controle of rapportage waarvan noch schrijver noch ontvanger gelukkig worden? Laat ze  gaan naar initiatieven en mensen als bovenstaande. Het feit dat – na Reizen naar morgen van Toerisme Vlaanderen – de nieuwe visie van Onroerend Erfgoed niet Reizen naar gisteren maar Zorgen voor begeestering als werktitel kreeg, doet alvast het beste vermoeden.

 

Conclusie

Het congres ‘Bestemming erfgoed. In gesprek met de plek’ stemt mij hoopvol. Hoopvol dat het de goede kant uitgaat binnen de Vlaamse overheid. Peter De Wilde en zijn team(s) gaven hiermee een eerste voorbeeld van wat mogelijk is als klassieke schotten doorbroken worden. Vandaag werd al de brug met cultuur geslagen, morgen ook deze met omgevingsbeleid? Hoopvol ook omdat ik nog meer gesterkt ben in de overtuiging dat we met de Regionale Landschappen – die via verbinding, verbeelding én begeestering hoofd, hart en handen van inwoners en bezoekers willen raken – een instrument van de toekomst in handen hebben. En dat er mooie zaken zullen ontstaan uit deze kruisbestuiving van overheid, middenveld en burgers.

 

We staan alleszins vol enthousiasme klaar voor wat komen gaat én voor een volgende editie van ‘In gesprek met de plek’!

 

Bas Van der Veken

Voorzitter Vlaams Overleg Regionale Landschappen

Coördinator Regionaal Landschap Kleine en Grote Nete