Mei: Graslanden, vergeten natuurparels

Veel graslanden zijn eeuwenoud en behoren tot het landschappelijk erfgoed. Lees hier welke essentiële rol ze vervullen.



Delen

Wie meedoet met Maai Mei Niet of gewoon het gras niet zo frequent maait, weet maar al te goed dat deze periode gekleurd wordt door uitbundig bloeiende planten. Ook graslanden zijn nu op hun mooist. Tot enkele decennia geleden waren we heel vertrouwd met deze waardevolle vormen van open natuur. Ze waren onmisbaar als bron van hooi en om het vee te laten grazen. Helaas raakten ze in de vergetelheid.

Gonzende graslanden

Veel graslanden zijn eeuwenoud en behoren tot het landschappelijk erfgoed. De vele grassen, kruiden en bloemen trekken insecten, amfibieën, vogels en andere dieren aan. Bepaalde types graslanden zijn zeer zeldzaam en herbergen bedreigde plantensoorten.

Ook als klimaatbuffers vervullen graslanden een essentiële rol. Ze slaan koolstof op en laten veel water infiltreren. Dit zorgt voor een natuurlijke aanvulling van de grondwaterstand en gaat zowel wateroverlast als droogte tegen. In landbouwgebied vormen grazige percelen een buffer tegen erosie en uitspoeling van vruchtbare gronden.

Ondanks hun waarde voor mens, natuur en klimaat, staan graslanden onder grote druk. Er verdwijnen nog regelmatig graslanden en de kwaliteit van de resterende percelen gaat achteruit. Daarom zetten de Regionale Landschappen zich in om deze waardevolle landschapselementen uit de vergeethoek te halen en eigenaars te helpen bij het beheer. 

Jan Stevens, gepassioneerd graslandeigenaar: “Op ons perceel van 1 ha groeien meer dan 150 plantensoorten.”

Dertig jaar geleden kochten Jan en zijn vrouw Marie-Anne een grasland van 1 ha in Alken, op een paar honderd meter van hun deur. “In mijn jonge jaren koesterde ik de ambitie om een grasland, een bos en een boomgaard te kopen. Alleen het grasland is gelukt. Ik ontdekte het perceel op een najaarsdag, zag aan de uitgebloeide planten dat het potentieel had en wist de eigenaar te overtuigen om het te verkopen. Een buurman vroeg of we er fruitbomen wilden aanplanten of koeien laten grazen. Hij keek vreemd op toen we aangaven dat we de natuur haar gang wilden laten gaan.”

“Specialisten hielpen om het ideale beheer te bepalen. Biolandbouwer Jos De Clercq bood aan om het maaien voor zijn rekening te nemen. Dat doet hij 29 jaar later nog steeds. Hij maait in september-oktober, wanneer de planten uitgebloeid zijn. Voor heel wat bijzondere soorten zoals de karwijselie en de kattendoorn is dat een pluspunt. Meestal maait men graslanden al in het voorjaar, maar deze soorten verdragen dat niet goed. Het afvoeren van het maaisel doen mijn vrouw Marie-Anne en ik zelf. Vroeger was dat een heus familiegebeuren met onze drie zonen en soms hun vrienden van de jeugdbeweging.”    

Het grasland van Jan en Marie-Anne is een zeldzaam type, een combinatie van een glanshaver- en een dotterbloemhooiland. “Het eerste jaar was ik blij met de drie orchideeën die ik er trof. Ondertussen zijn dat er meer dan vijfhonderd. Het gaat om verschillende soorten en zelfs een spontane hybride tussen twee orchideeënsoorten. Gaandeweg doken er steeds meer waardevolle planten op. Men telde al meer dan 150 soorten, waaronder 12 bedreigde. Volgens specialisten groeit op ons grasland de grootste populatie kattendoorn van Vlaanderen. Het jaar rond staan er planten in bloei, telkens met andere kleuren: witte bosanemonen, paarse orchideeën, geel St-Janskruid, paars-rode betonie en knoopkruid, gele gewone en welriekende agrimonie, rose kattendoorn en witte karwijselie. Ik ben trouwens ook imker en plaatste bijenkasten in de houtkant aan de rand van mijn grasland.”

Hoewel Jan het grasland nu met veel toewijding opvolgt, is dat zeker geen vereiste. “Je hoeft er niet veel mee bezig te zijn. Vroeger had ik veel minder tijd, met een job en vier kinderen in huis. Graslanden zijn een arbeidsarme manier om natuur te creëren. Tegenwoordig is het voor onze kleinkinderen een bron van plezier en natuurbeleving tijdens het bloemen plukken en vlinders spotten.”

Aan de slag!

Het beheer dat je best toepast, hangt af van het type grasland, de bodem en het streefbeeld waar je naartoe werkt. Over het algemeen geldt:

  • Eén of twee keer per jaar maaien, en het maaisel afvoeren.
  • Ook begrazing kan een optie zijn.
  • Niet bemesten.
  • Niet omploegen.
  • Geen herbiciden gebruiken.
  • Geen planten inzaaien, maar de natuur haar gang laten gaan.
  • Opkomende bomen en struiken verwijderen om het grasland open te houden.

Bezit je zelf een interessant perceel of heb je een grasland op het oog? De Regionale Landschappen kunnen je helpen met advies op maat. Regionaal Landschap Haspengouw & Voeren bundelde heel wat nuttige info in een handige folder die je gratis kan downloaden.

Download de folder.
© RL Haspengouw & Voeren

© Yves Adams Vilda

Dit artikel is onderdeel van de campagne "Ontdek jouw #regionalelandschatten". 

In elk regionaal landschap valt er heel wat te beleven én wordt er druk gewerkt aan het beheer van het landschap. Elk Landschap is als het ware een schatkist. 

De Regionale Landschappen nemen je in 2023 mee op ontdekkingstocht doorheen Vlaanderen en de werking van onze organisatie. Je krijgt maandelijkse tips van onschatbare waarde zoals informatie over toffe activiteiten tot praktische kennis in en over onze prachtige landschappen.

Ontdek jouw #regionalelandschatten